Medunjanin werd gezien als belofte bij AZ, maar hield er bij de hoofdmacht oorspronkelijk vooral de bank warm. Vanaf begin februari 2006 begon hij onder Louis van Gaal meer te spelen, onder meer doordat Van Gaal Barry van Galen en Kenneth Pérez rust gaf met het oog op de play-offs. AZ versterkte zich in de zomer van 2006 niettemin met diverse nieuwe middenvelders. Van Medunjanin werd niet meer verwacht dat hij een basisplaats in het elftal ging bereiken. Om meer ervaring op te kunnen doen, werd hij verhuurd aan Sparta Rotterdam.
In augustus 2008 verliet de Bosniak AZ definitief, hoewel zijn contract nog een jaar doorliep. Hij ging een driejarige verbintenis aan bij Real Valladolid. Bij de Spaanse club speelde hij regelmatig en viel hij vooral op in zijn laatste seizoen door enkele fraaie goals. Real Valladolid degradeerde echter in het seizoen 2009/10 uit de Primera División waardoor Medunjanin naar het Israëlische Maccabi Tel Aviv FC vertrok. Sinds het seizoen 2012/13 komt Medunjanin uit voor het Turkse Gaziantepspor en bereikte tevens met Bosnië en Herzegovina het WK 2014 in Brazilië. In de zomer van 2014 ging hij naar Deportivo La Coruña. Daar werd zijn contract begin 2016 ontbonden, waarna hij voor Maccabi Tel Aviv ging spelen. Op 31 januari 2017 tekende hij een tweejarig contract bij Philadelphia Union. Bij de draft voor het seizoen 2020 werd hij verkozen door FC Cincinnati. Na zes seizoenen in de Verenigde Staten keerde hij terug naar Nederland om te gaan voetballen bij PEC Zwolle. Hij ondertekende een contract tot het einde van het seizoen bij de degradant[1].
In de zomer van 2005 kwam de Bosniak diverse keren in actie op het WK onder 20, gehouden in Nederland. Daarnaast zat hij bij de selectie van Jong Oranje voor het Europees kampioenschap voetbal onder 21 in de zomer van 2006. Hij koos er in mei 2006 voor om in de toekomst uit te blijven komen voor de Nederlandse nationale ploegen en niet die van zijn geboorteland. Hij bedacht zich in 2009 en koos alsnog voor Bosnië en Herzegovina.